Het verhaal van een Joodse veehandelaar – deel III

Henk G. Teeuwen

Op een natte decemberdag ben ik naar de Hofstraat gegaan.

Voor het laatste huis liggen twee vierkante gedenksteentjes in het trottoir.

Mozes Gerson Godschalk en Gezina Meijer.

Zo langzamerhand hebben zij gezicht voor mij gekregen.

Mozes Gerson uit het verre Drenthe en Sientje uit de oude Borculose familie Meijer.

Mozes Gerson is denk ik een harde werker geweest. Dat zat in de familie. Veehandelaars.  Slagers. Winkeliers.

Op 16 november 1910 verschenen Mozes Gerson en Sientje voor de ambtenaar in het Borculose gemeentehuis. Het is interessant te zien wie het zijn die de huwelijksakte getekend hebben.

Eerst wordt Salomon Lobstein vermeld. Hij was getrouwd met een Leefsma uit Gorredijk.

Dan volgt Jacob Leverpoll een broer van Salomon en Carolina en dus een oom van Sientje. Tenslotte tekenden twee broers van Sientje namelijk de beide slagers Meijer en Ruben Meijer.

                             

Het bruidspaar leefde in een tijd waarin huwelijken meer dan eens gearrangeerd werden. Dat was zo onder Joodse families en onder de boeren ging het vaak net zo.

Sientje was in Borculo geboren en getogen. Ze was de dochter van Hartog Meijer en Carolina Leverpoll. Hartog Meijer was één van de vele Joodse slagers aan de Voorstraat. Carolina was de dochter van ene Meijer Leverpoll. We kwamen hem al eerder tegen. Zijn naam prijkt op de gedenksteen ter gelegenheid van de bouw van de synagoge.

Nu wil het geval dat deze Meijer Leverpoll niet alleen de vader van Carolina was maar ook van Salomon Leverpoll. Salomon en Carolina waren broer en zus. Sientje was dus het nichtje van Salomon. Nu was Salomon gehuwd met Rika Levie terwijl Rika weer de zuster was van Hester Levie de moeder van Mozes Gerson. Gezien al die door elkaar heen lopende familierelaties kan het nauwelijks toeval zijn dat Mozes Gerson Godschalk zijn bruid in Borculo gevonden heeft!

Na de bruiloft zijn Mozes Gerson en Sientje naar Assen gegaan waar een tweeling geboren werd. Het was op 26 maart 1912 en aldus de akte ten huize van aangever aan de Schoolstraat. Hartog was de oudste. Hij is des namiddags te twee uren geboren terwijl Machiel drie uur later ter wereld kwam. Getuigen waren de bierbottelaar Gijsbertus van Staveren en de klerk Albert Jannes Koops.

Het verblijf in Assen was van korte duur.

Mozes Gerson en Sientje besloten om weer terug naar Borculo te gaan. Misschien heeft de familie van Sientje bij deze beslissing een rol gespeeld want haar vader was slager en haar beide broers waren slager en eenmaal in Borculo zien we ook Mozes Gerson het slagersvak ingaan al is hij de veehandel altijd trouw gebleven. In Borculo waren veel Joodse slagers. Bovendien waren er in Borculo overvloedig veel Joodse veehandelaars zoals Lion Berg en Jeupe Meijer en de gebroeders Heijmans.

Oude Veemarkt Borculo collectie Ben van Dijk

Mozes Gerson en Sientje gingen aan de Hofstraat wonen.

Achter het huis aan de Lange Wal bevond zich de slachterij. Naast hen woonde een broer van Sientje. Meijer heette hij. Ook hij was slager. Meijer verongelukte in 1920 tijdens het slachten van een koe.

NIW 07.09.1915

Terug naar de eerste jaren in Borculo. De Eerste Wereldoorlog is een jaar gaande. In het Nieuw Israëlitisch Weekblad verschijnt een advertentie. Mozes Godschalk vraagt wegens dienstplicht om een flinke slagersknecht die zelfstandig werken kan. Zou hij zijn opgeroepen tijdens de algehele mobilisatie?

In deze periode werd een foto gemaakt van de tweeling. Hartog staat links. Zijn jongere tweelingbroer houdt zijn hand vast. Vermoedelijk is de foto gemaakt vóór de jongste zoon van Mozes Gerson en Sientje werd geboren. Dat was op 24 november 1915. Meijer werd hij genoemd.

Joods Cultureel Kwartier collectie familie Godschalk
Zutphense Courant 08.02.1916

In de zomer van 1916 wil Mozes Gerson wat land kopen. De Zutphense Courant wijdt er een berichtje aan. Het Waterschap van de Berkel heeft het aanbod besproken van de veehandelaar M. Godschalk om een twijgstuk van de Berkel te kopen maar men vond de prijs die hij bood namelijk 23 cent per vierkante meter te laag!

Uit een advertentie in de Graafschapper blijkt dat Mozes Gerson wel degelijk grond bezat en wel in het Leembroek in de buurtschap Biel onder Geesteren daar waar de Needse berg over het landschap uitziet. Het is dit stuk land dat Mozes Gerson in 1941 door de Duitse bezetter zal worden afgenomen.

De Graafschapper 15.06.1919

In de loop van het jaar 1917 laat Mozes Gerson advertenties plaatsen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Elke donderdag worden de bestellingen van prima rundvlees zonder been streng kosher in heel Nederland rondgebracht. Slager M. Godschalk is per telefoon te bereiken!

Op 4 april 1925 is het feest in de sjoel aan de Weverstraat. Hartog en Michiel worden bar mitswa.

Maar dan komt de beruchte maandag van 10 augustus 1925. Borculo wordt getroffen wordt door een cycloon die grote verwoestingen aanricht.

Meester H.W. Heuvel schreef : Weinige minuten maar en hij had zijn werk verricht. Geen kwartier later of het zonnetje lachte weer.

Het nieuws hield heel Nederland in die dagen bezig en het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland van 28 augustus bleef niet achter. In het bericht passeren verschillende Joodse inwoners van Borculo de revue. Ook de slachterij van Godschalk is plat geslagen. De synagoge heeft nauwelijks geleden. De boeken zijn behouden gebleven. Maar het zakenleven staat nagenoeg stil!

Mozes Gerson en Sientje hebben zich laten fotograferen voor de resten van hun huis.

Bron HISVEBO

Naast Sientje staat haar vader Hartog Meijer. Zijn aanwezigheid op de foto maakt deze extra bijzonder. Hartog Meijer is geboren in 1836. De negenentachtigjarige komt uit de verre dertiger jaren van de negentiende eeuw!

Zutphensche Courant 1925.11.06
Hofstraat 1928 coll Theo Huinink

Met steun uit het hele land en daarbuiten wordt Borculo opnieuw opgebouwd en ook aan de Hofstraat verschijnt een gloednieuw huis. En zo zag het er uit drie jaar ná de stormramp. De Hofstraat loopt van linksonder diagonaal naar boven. Het laatste huis aan de linkerkant van de straat met het hoogste dak is Hofstraat 13. Geheel links is een stukje van de Openbare School te zien waar veel Joodse kinderen naar toe gingen.

Mozes Gerson heeft in de Joodse gemeente waarschijnlijk geen bestuurlijke functies bekleed. Hij was er misschien de man niet naar.

Anders was het in de familie van Sientje. Haar broer Ruben Meijer maakte deel uit van de kerkenraad. In de notulen horen we hem vaak aan het woord en kort na de oorlog was hij betrokken bij de eerste pogingen om de Joodse gemeente weer op te bouwen. Haar zuster Hendrina Meijer ook wel Mietje genoemd was voorzitster van het Chewra kadiesja Gemiloeth Chassadiem oftewel het vrouwenchewre. Deze vereniging droeg zorg voor een waardige behandeling van de overledene in overeenstemming met de Joodse wet en traditie.

Later zal door de Joodse Raad op haar persoonskaart worden vermeld dat ze voorzitter van de “Vr. Begrafenisver.” was. “Kan goed met menschen omgaan en administratief werk verrichten. Heeft veel gedaan in het belang van zieken. Was behulpzaam bij wassen, kleden en kisten van lijken.”

Dankzij Ruben en Mietje zal Mozes Gerson ongetwijfeld goed op de hoogte zijn geweest van het wel en wee in de kille van Borculo.

De notulen van 4 november 1937 geven een aardig beeld van de vasthoudendheid van zijn zwager Ruben Meijer die het opneemt tegen de voorzitter Mozes Elzas die de zitplaatsen in de sjoel wil verhuren voor het bedrag van vijf cent per week. Ruben is het er volstrekt niet mee eens en wil eerst de rekening en begroting afwachten. Michaël Seijffers valt hem bij maar Mozes Elzas heeft de hakken in het zand gezet en weet van geen wijken. De discussie die volgt beslaat ettelijke bladzijden van het notulenboek en wordt grimmig als Michael Seijffers opmerkt dat de kapitaalkrachtigen in de gemeente de beurs maar moeten trekken en Louis Meijer zegt dat er “werkelijk opstand” zal ontstaan. Uiteindelijk trekt de voorzitter zijn voorstel terug.

Aardig is ook de bespreking op 23 juli 1939 van de overtreding van het reglement op de plaatsen in de synagoge door Mietje Meijer. Ze heeft herhaaldelijk de plaats ingenomen die een ander toekwam. Louis Meijer vindt een boete op zijn plaats maar de voorzitter sust de gemoederen door te zeggen dat hij het in principe met Louis                 Meijer eens is maar hij houdt “er rekening mede dat zij daar komt om haar gebed uit te spreken”.

Nooit zal iemand weten wat de aanleiding was voor het incident veroorzaakt door Meijer Godschalk en Maup Roozendaal. Er is sprake van een ergerlijke storing van de dienst. Oom Ruben spreekt zelf dreigend van een royement.

Notulen 24 november 1940

Terug naar de vooroorlogse jaren waarin de tweeling eropuit trok om ervaring op te doen. Zo zette Machiel in 1930 een advertentie toen hij een stageplaats zocht om het slagersvak te leren. Hij komt in Lochem terecht bij Meijer Leverpoll aan de Walderstraat. Uiteindelijk zouden Hartog en Machiel beiden als slager te boek staan.

Nieuw Israëlitisch Weekblad 1930.05.23

Meijer was de jongste in het gezin en hij mocht er wezen. In 1933 haalde de jongenheer M. Godschalk het Nieuw Israëlitisch Weekblad met zijn aardige voordracht Oet Felster op een avond van de Literaire Club. Dat was een kleurrijke vereniging met avonden waarop goed doorwrochte lezingen samen gingen met veel gezelligheid.

Het Grote Gemis de waardevolle uitgave van de Historische Vereniging Borculo opent met een foto uit 1935 van vier zelfbewuste vrienden. Lou Slosser, Richard Meijer, Michiel Meijer en Meijer Godschalk.

Drie van de vier vrienden staan ook op een foto van de korfbalclub Olympia in juli 1934. Op de uitsnede van links naar rechts Meijer Godschalk, Michel Meijer en Lou Slosser. Meijer is 18 jaar.

In de herfst van 1937 haalde Meijer de Zutphense Courant toen hij met een gelijkmaker een wending teweegbracht in de korfbalwedstrijd die tenslotte door Olympia werd gewonnen. Maar niet alleen in de sport timmerde hij aan de weg. Een paar maanden later werd hij gekozen in het bestuur van de pas opgerichte Vereniging van jonge middenstanders. In de Borculose kille speelt hij eveneens een rol. In de oktoberdagen van 1936 wordt hij met Bram Roozendaal als één van de gassaniem (chattaniem) genoemd. Oftewel één van de personen die op Simchat Thora de eer krijgen om het laatste en vervolgens het eerste stukje uit de vijf Boeken van Mozes voor te lezen. Met de godsdienstonderwijzer Hartog Noot leidt hij de Borculose afdeling van de vereniging Gozok die ten doel heeft jongeren in te wijden in de geschiedenis en de ethiek van het jodendom. Op het druk bezochte vijfenzeventigjarig jubileum van de vereniging Talmoed Thora in 1940 steelt hij de show met een komisch lied waarin hij terugblikt op het verenigingsleven van de afgelopen jaren.

Nieuw Israëlitisch Weekblad 1940.01.26

Bijzonder zijn de foto’s in de collectie van Marcelle Zion uit de late dertiger jaren van de ontmoeting van Borculose jongelui met hun vrienden uit de Hachsjara. Zij schrijft erover :

“Dat was de landbouwopleiding, die voorbereiding was voor het pioniersleven in Palestina. De meeste jongelui waren Zionistisch georiënteerde vluchtelingen uit Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Polen. Er was veel contact over en weer tussen de Nederlandse Joodse jongelui en de buitenlanders : studie-avonden, fietstochten, kamperen, veel vrijerijtjes en ook huwelijken.”

Gert Schönebaum, Richard Meijer, Meijer Godschalk, Bep Meijer en een onbekende jongeman collectie Marcelle Zion

Uit diezelfde jaren is het familieportret van Mozes Gerson en Sientje. Links en rechts zijn Hartog en Meijer te zien en in het midden staat Machiel met Judith of Juutje van der Sluis.

Collectie Joods Cultureel Kwartier

Meijer draagt naar het lijkt kleine narcissen in zijn knoopsgat! Sientje Meijer kijkt met rust en overwicht in de lens. Vader Godschalk lijkt meer breekbaar en misschien was hij dat ook wel.

Dan breken de oorlogsjaren aan.

Gedurende anderhalve eeuw kon het Nederlandse jodendom in vrede groeien en bloeien. Van dat Joodse leven is de geschiedenis van de familie Godschalk één van de vele voorbeelden. Maar dan breken de oorlogsjaren aan. De bezetter heeft de vernietiging van het Nederlandse jodendom op het oog. Joodse Nederlanders moeten in een isolement worden gebracht en rechteloos gemaakt en één van de eerste maatregelen is die van 31 juli 1940 betrekking hebbend op het rituele slachten. De notulen van de Joodse gemeente van Borculo geven slechts schaars inzage in de grote impact die de Duitse bevelen hebben maar in die van zondag 15 september 1940 staat er iets over te lezen.

Het duurt niet lang meer. In 1941 wordt Mozes Gerson zijn beroep afgenomen.

In opdracht van den Heer Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche Gebieden deelen wij U mede, dat met ingang van 1 September 1941 uwe toelating is ingetrokken. Het is Mozes Gerson Godschalk verboden vanaf die datum den handel in vee of vleesch uit te oefenen.

Het is nog maar het begin. Het laatste deel van deze familiegeschiedenis vertelt hoe het verder is gegaan en hoe Meijer Godschalk zich verzette tegen het kwaad dat zijn familie en zo veel anderen werd aangedaan.