Het verhaal van een Joodse veehandelaar – deel I

Er liggen voor het huis aan de Hofstraat 13 twee Stolpersteine in het trottoir. Mozes Gerson Godschalk en Gezina Meijer.

Mozes en Sientje hebben in Borculo hun leven geleid tot ze zich moesten verbergen om te ontkomen aan de greep van de Duitse bezetter. Het was vergeefs. Ze zijn een verschrikkelijk lot tegemoet gegaan. Maar wie waren zij? Hoe hebben ze geleefd en wat is hun geschiedenis?

Ik wil proberen het verhaal van hun leven op te schrijven. Zij hadden niet alleen een naam maar ook een gezicht. Henk G. Teeuwen

SCHÜTTORF IN DE GRAAFSCHAP BENTHEIM

De eerste sporen van de familie Godschalk liggen in de Graafschap Bentheim. Het staat te lezen in een overlijdensacte uit 1832 opgetekend in de Drentse gemeente Norg.

Jacob Godschalk is geboren op 6 december 1766 in de gemeente Schüttorf. Zijn ouders waren Samuel Samuels Godschalk en Ragel Samuels. Zijn echtgenote heette Marchje Mozes. Jacob was koopman. Hij stierf op 5 februari 1832.

Een eeuw voordat Jakob werd geboren, schilderde Jacob van Ruysdael rond 1650 het gezicht op de stad aan de rivier.

Jacob van Ruysdael Gezicht op Schüttorf rond 1650

De ommuurde Hanzestad lag aan de rivier de Vecht. Kleine vrachtschepen brachten de Bentheimer zandsteen over dit water tot aan Zwolle toe.

Er hebben in Schüttorf door de jaren heen weinig Joden gewoond. De eerste Joden vestigden zich er vermoedelijk rond 1700. Aan hun verblijf in Schüttorf herinnert de Joodse begraafplaats gelegen in een bos aan de Samernschen Straße. Er resten nog zeventien grafstenen waarvan de oudste uit 1813 is.

Samuel Samuels Godschalk en Rachel Samuels

Jakob was de enige zoon van Samuel Samuels Godschalk en Rachel Samuels die beiden rond 1740 moeten zijn geboren. Rachel was niet de eerste echtgenote van Samuel. Hij was eerder getrouwd met Rebekka Levie Goldstein. Zij kregen drie dochters namelijk Sara, Billa en Hinderina.

Jakob heeft op zeker moment Schüttorf verlaten maar opmerkelijk genoeg zijn ook zijn halfzusters weggegaan. Ze zijn neergestreken in Gorredijk, Hoogeveen en Gees zij het dat Jacobs eerstgeborene Samuel nog in Schüttorf in 1793 ter wereld kwam.

De reden van hun vertrek is in nevelen gehuld. Wat had het dun bevolkte Drenthe hen te bieden? Gorredijk was indertijd door uitgestrekte hoogveengebieden omgeven. Een streek van bittere armoede. Weliswaar  stond Gorredijk van oudsher bekend om zijn markten.

Schüttorf was een Hanzestad en er liep een oude handelsroute van Münster via Bentheim en Coevorden over de Hondsrug naar Groningen. Misschien lag het voor de hand om langs deze weg eerst naar de vesting Coevorden met haar Bentheimer Poort én met haar Joodse gemeente te gaan om van daaruit de reis te vervolgen.

NORG

Jaakov van Norch

Zoals gezegd hebben Jakob Samuels Godschalk en Marchien Mozes op zekere dag de Graafschap Bentheim verlaten en wel ergens tussen 1793 en 1796. Eerst hebben Jakob en Marchien een korte tijd in Hoogeveen gewoond. Daar immers bestond al enige tijd een Joodse gemeente die zelfs in staat was om in 1799 een synagoge te bouwen. Hier werd in 1796 hun tweede kind Marcus geboren.

De eerste Joden in Drenthe waren afkomstig uit Westfalen. Zij vestigden zich in steden als Coevorden, Hoogeveen en Meppel ondanks de vele beperkende maatregelen. In de dorpen op het platteland was het nog moeilijker. Daar werden hooguit drie families toegelaten. Een slager, een koopman en een vilder.

Jakob en Marchien zijn opnieuw opgebroken en verder getrokken door Drenthe met zijn eenzame uitgestrekte heidevelden. Zij zullen vaak met wantrouwen zijn begroet in de besloten esdorpen op de onvruchtbare hoge zandgronden, waarvan de bewoners zich door moeizame arbeid van generatie op generatie een bestaan hadden opgebouwd.

Tenslotte is Jakob met Marchien neergestreken in het dorp Norg ergens in het noordwesten van de provincie om daar vervolgens als de koopman Jaakov van Norch door het leven te gaan!

Norg lag hoog en droog op een bosrijke zandhoogte omgeven door de uitgestrekte Smilder Veenen en het Nyen Oorter Veen zoals het op een kaart uit de zeventiende eeuw te zien is.

Drents Archief

Het oude esdorp Norg met zijn brinken en de rietgedekte boerderijen rondom de middeleeuwse Margarethakerk was gelegen in het dingspel Noorderveld waarvan Vries de hoofdplaats was.

Norg ca 1910 Drents Archief

In Norg hebben Jakob en Marchien zich een blijvende plek verworven waar nog zes kinderen werden geboren. David, Salomon, Jette, Nathan, Mozes en David.

In het najaar van 1811 kregen ze een zware slag te verduren. Kort na elkaar stierven drie kinderen. Salomon, Nathan en David. Drie jaar later in 1814 kregen Jakob en Marchien opnieuw een zoon. Zij gaven hem dezelfde naam als het overleden kind David. Maar ook dit kind werd niet oud. In 1825 is het gestorven.

Hun oudste zoon Samuel trouwde met Lea Joseph Levie en vestigde zich in Roden en zou in de Joodse gemeente van Leek verschillende functies bekleden.

Hun tweede zoon Marcus trouwde met Gonda Abrahams Koopmans uit Gorredijk. Hij  was koopman. Ze vestigden zich in Assen waar ze vijf kinderen kregen.

Jette trouwde met Israël Mozes Lezer die eveneens uit Norg kwam. Israël en Jette vertrokken naar Assen waar zes dochters werden geboren.

Van de vier kinderen is Mozes de enige die in Norg bleef wonen zij het dat ook hij op latere leeftijd naar Assen ging. Hij is vernoemd naar de vader van Marchien Mozes. De naam Mozes leeft tot op vandaag in de familie voort.

Jakob Godschalk overleed op 5 februari 1832.

In de eerder genoemde overlijdensacte wordt het beroep van zijn naaste buren vermeld. De één is smidsbaas en de ander timmerman. Deze buren deden aangifte van het overlijden van Jakob zoals dat een goede gewoonte was op het platteland.

In de dorpen op het Drentse platteland waren Joodse families weliswaar op zichzelf en elkaar aangewezen maar evengoed geeft de aangifte door de beide buren het beeld van een dorpsgemeenschap die de familie Godschalk in haar midden opgenomen heeft.

Den handel van wijlen Jacob Godschalk

Kort na het overlijden van Jakob Godschalk wordt er openbare verkoop gehouden van lakens, dekens en beddegoed maar ook van meubels, kopergoed en aardewerk ten gevolge van het opbreken van den handel van wijlen Jacob Godschalk. De advertentie geeft een duidelijk beeld van de handel van Jakob in zijn woonplaats Norg

Drentsche Courant 14 februari 1832
Drentsche Courant 23 januari 1840

Marchien Mozes is in het voorjaar van 1833 naar Assen vertrokken. In 1840 wordt eene wél ter nering staande behuizinge en daarbij behoorende hofgrond gelegen in het westeinde te Norg verkocht.

Uit de woorden thans bewoond door Mozes Godschalk blijkt dat de jongste zoon van Jakob en Marchien tot aan dit jaar in het huis van zijn ouders heeft gewoond. Hij is de grootvader van de Borculose Mozes Gerson Godschalk!

Het overlijden van Marchien Mozes

Een jaar na het overlijden van haar man is Marchien Mozes in het voorjaar van 1833 naar Assen gegaan en ingetrokken bij haar dochter Jette. Een sterke vrouw die ongetwijfeld graag op de hoogte bleef van het wel en wee van de hele misjpoge.

Marchien Mozes is stokoud geworden. De aangifte vermeldt dat ze de dochter was van Mozes Gompers en Betje Nathans geboren in Berkich Koninkrijk Pruissen op 15 november 1768. Ze stierf op 27 augustus 1862 in de ouderdom van 93 jaren en ruim negen maanden!

De Joodse gemeente van Leek

Om deel te nemen aan de hoge feesten is Jakob waarschijnlijk aangewezen geweest op de Joodse gemeente van Leek. Daar was al in 1811 aan het Boveneind een synagoge gebouwd. Er was een Joodse school en in het gehucht Diepswal was al vanaf 1783 een Joodse begraafplaats in gebruik.

RODEN

Shemuel een ingetogen en rechtschapen man

Op deze begraafplaats zijn nog altijd de grafstenen te vinden van de oudste zoon van Jakob en Marchien namelijk Samuel Jacobs Godschalk en zijn vrouw Lea Joseph Levie. Samuel en Lea hebben zich in Roden gevestigd waar zij elf kinderen kregen.

Bron Stenen Archief

De tekst op de steen van Samuel getuigt ervan dat de oudste zoon van Jakob en Marchien veel aanzien genoot.

Ween om die gegaan is

op het graf van een ingetogen en rechtschapen man

De geëerde Zanwill zoon van de geëerde Ja’acov zijn herinnering zij tot zegen

Enige jaren was hij leider en toezichthouder

En aan het einde van zijn dagen de oudste van de synagoge in de heilige gemeente Leek

Met ingenomenheid en in rust leidde hij zijn gemeente

Hij overleed in goede naam op dinsdag 12 Tammoez

en werd begraven op donderdag 5612

We weten dat er in Roden in die jaren bij twee families thuis sjoel werd gehouden. Het ligt voor de hand dat het huis van de Samuel Jacobs Godschalk één van die twee huizen is geweest. Samuel was de vader van Mozes Godschalk die in Borculo met Martha Cohen aan de Voorstad een kruidenierswinkel zou hebben.

BORCULO

De kruidenierswinkel van Mozes Godschalk

Ineens zijn we in het verre Borculo.

We staan dichtbij de Middelpoortsbrug voor de meubelzaak van Barink Wonen&zo aan de Voorstraat. Achter ons liggen drie Stolpersteine in het trottoir waar vroeger slager Ruben Meijer woonde. Ooit stond hier de kruidenierswinkel van Mozes Godschalk. Hij was de jongste zoon van de vrome Samuel.

Op 16 oktober 1879 opent hij zijn kruidenierswinkel. Hij beveelt zich minzaam aan in de gunst van het geëerde publiek en belooft eene solide behandeling.

Hoe is Mozes ooit in de kleine Berkelstad terechtgekomen? We komen het antwoord op het spoor waar in de advertentie staat dat de winkel geopend wordt in het huis vroeger bewoond door S. Leverpoll. Wie was dat?

In Het Grote Gemis staat te lezen dat Mozes eerst bij ene Salomon Leverpoll in dienst is geweest en dat is niet toevallig want diezelfde Salomon Leverpoll was getrouwd met een zekere Rika Levie en de moeder van Mozes was een tante van deze Rika. Mozes en Rika waren neef en nicht. Misschien heeft Salomon Leverpoll op zekere dag de neef van zijn vrouw uit het verre Roden aangeboden om bij hem in Borculo te komen werken!

Mozes Godschalk en Martha Cohen

Mozes trouwde een jaar later in 1880 in Oldenzaal met Martha Cohen.

Op 21 mei 1881 kregen ze een dochtertje. Lea hebben ze het genoemd naar de moeder van Mozes die Lea Joseph Levie heette. Het kind heeft maar een half jaar geleefd. Op 3 november 1881 is het gestorven. Daarna zijn Mozes en Martha kinderloos gebleven.

Bron Stenen Archie

Hier rust een snel iemand in zijn werk

Hij ging op het rechte pad

Een goede naam verwierf hij in de gemeenschap der rechtschapenen

Hij liet zijn vrouw achter met bitter geween

Dit is de ge’eerde Moshe zoon van de ge’eerde Shmueel

En de naam van zijn moeder was Lea

Hij overleed op de dag van de Heilige Shabbat

Moge hij in ere rusten

Toen Mozes op 10 maart 1894 overleed, besloot Martha het huis met de winkel te koop te zetten. De advertentie van 1 september 1894 in de Zutphense Courant geeft een inzicht in de handel die Mozes een vijftiental jaren dreef. Manufacturen en koloniale waren.

Maar dat niet alleen. De winkel aan de Voorstad werd door de inwoners van Borculo tevens graag bezocht om er een bittertje te halen want aldus de Nederlandsche Staatscourant kreeg Mozes Godschalk in 1885 vergunning tot het verkopen van sterken drank in het klein.

Na de dood van Mozes keerde Martha Cohen naar Oldenzaal terug waar ze kort daarna zou overlijden. De winkel had ze overgedaan aan haar broer Mozes Cohen.

Mozes Cohen was in 1884 getrouwd met Bertha Hartog. Bertha was de dochter van Levie Hartog en Beth Lobstein. Twee Borculose families die alom bekend stonden om hun vrome levenswijze.

Collectie Ben van Dijk Mozes met zijn pijp en Bertha in het midden. Om haar heen leden van de familie Hartog.

Terug naar Mozes Godschalk.

In De Joodse Gemeente te Borculo van Sjoerd Laansma wordt hij genoemd als bestuurslid van de in 1881 opgerichte vereniging Ngattereth Bagoeriem Gemiloeth Gasadiem samen met Mozes Hartog en leden van de familie Elzas. Deze vereniging vervulde onmisbare taken in dagen van ziekte en rouw. Salomon Leverpoll moet een voorname rol hebben gespeeld in de gemeente. Niet voor niets draagt de eerste steen die gelegd werd ter gelegenheid van de bouw van de nieuwe synagoge aan de Weverstraat in 1877 de naam van zijn vader Meijer Leverpoll.

De eerste steen is gelegd

door Meyer Leverpoll zoon van chower Eliëzer de Leviet

met zijn vrouw juffrouw Hendrina dochter van Nathan de Leviet

op 24 Ijar 5637

De leden van de kille konden een bod doen op het recht om de eerste steen te leggen. Salomon Leverpoll deed ten behoeve van zijn vader het hoogste bod en zo zou de steen diens naam dragen.

Mozes Godschalk heeft in Borculo wortel geschoten. Maar hoe verklaren we de komst naar Borculo van zijn achterneef Mozes Gerson Godschalk die in 1910 met de Borculose Sientje Meijer in het huwelijk trad?

Daarover gaat het tweede deel van het verhaal van een Joodse veehandelaar.