
Het graf van Meijertje
Ergens op het achterste gedeelte van de Joodse begraafplaats van Borculo staat een kleine grafsteen. Hier rust het kind Meijer. Het is het kindergraf van Meijer Meijer. Gestorven op 31 december 1924 nog maar vijf jaar oud.
Meijertje zal hij lange jaren later nog altijd worden genoemd in de familie. Dat klinkt liefkozend en dat moet zo ook zijn bedoeld. In de liefkozing ligt het grote verdriet verborgen van zijn ouders Louis Meijer en diens vrouw Ida om zijn vroege dood. Desalniettemin luidt het randschrift van de grafsteen : Uw macht, God, zal Uw barmhartigheid opwekken. In het Hebreeuwse schrift vormen de eerste letters van ieder woord samen de naam van het zo vroeg overleden kind מאיר oftewel Meijer. Zo klinkt in de naam van het kind het geloof door van zijn beide ouders. Of liever hun gebed : Uw macht o Eeuwige is de bron van alle barmhartigheid.
Louis Meijer is zijn hele leven trouw gebleven aan dit gebed en het was zijn levensgeheim waaraan hij zich vasthield in weerwil van het verlies van zijn vier andere kinderen die het slachtoffer zouden worden van de Holocaust. Ook vond hij hierin de kracht om de nalatenschap op zijn schouders te nemen die de zo zwaar getroffen Joodse Gemeente van Borculo achterliet.
Levie
Louis Meijer is op 19 januari 1883 in Borculo geboren. Zijn vader Abraham Meijer deed daags daarna aangifte van de geboorte van zijn zoon Levie. De aangifte ondertekende hij niet. Want het was sabbat en dan zult gij geen werk doen zoals het staat in het vierde van de Tien Geboden.
De Joodse naam van Louis Meijer luidde Levie aldus zijn geboorteakte. In de Bijbel is Levie de derde zoon van aartsvader Jacob. De Levieten staan in de Bijbelse geschiedenis in dienst van de priesters in de tempel. Aan de nakomelingen van Levie is dan ook sinds oude tijden altijd de verantwoordelijkheid verbonden gebleven voor de dienst in de synagoge. Een verbondenheid waaraan ook Louis oftewel Levie Meijer in zijn lange leven gestalte gegeven heeft.
Een oude foto bleef beweaard van het grote gezin waarin Louis Meijer opgroeide. Izak, Jozef, Sara, Louis, Naatje, Hester die met de Winterswijkse godsdienstleraar David Schielaar was getrouwd, Jacob en Salomon.
Vijf van hen hebben met hun gezinnen de oorlog niet overleefd. Jozef kwam echter met zijn hele gezin terug uit de onderduik. Naatje verloor haar oudste dochter. In de jaren na de oorlog werden de verjaardagen van Louis Meijer door zijn neven en nichten altijd trouw bezocht verbonden als zij met elkaar waren door een warme en hartelijke band.
Louis Meijer overleed op de zeer hoge leeftijd van 93 jaar op 24 maart 1976 te Groenlo.
Een groot ruim huis aan de Markt

In 1912 trad hij in het huwelijk met Ida Meyer. Ida kwam uit het verre Neurenberg en was vier jaar ouder dan Louis. Ze overleed op 28 februari 1959 in Borculo. Louis en Ida kregen vijf kinderen. De oudste was Johanna geboren in 1913 gevolgd door Bethje geboren in 1915 en Michael Izak geboren in 1916. Toen kwam Meijer in 1919 en de jongste was Izaäk geboren in 1921.
Louis en Ida hebben gewoond in een groot ruim huis aan de Markt dat daar nog altijd staat zij het dat we nu van het Muraltplein spreken. Het huis stond in de zomer open voor Joodse bleekneusjes die de gezonde lucht van het Achterhoekse platteland wel konden gebruiken, maar ook voor vakantie houdende pensiongasten. Ida zorgde voor een koosjere huishouding.

In het ruime huis was ook plaats voor een kostganger. Jarenlang was dat een fotograaf. Dankzij hem zijn er in de familie nog altijd prachtige foto’s van de kinderen van Louis en Ida.

In de oorlogsjaren boden Louis en Ida onderdak aan een Joodse familie die Duitsland was ontvlucht – Salomon en Malchen Gossels – Meijer en Lena Meijer uit Bentheim.
De exportslagerij
Louis Meijer was een ondernemend man en beoefende het beroep dat hij met veel andere Joden gemeen had. Hij was namelijk slager. Met zijn broer Jozef die aan de Lochemseweg woonde en die in Borculo Jeupe werd genoemd, bestierde hij tot in de twintiger jaren de Exportslachterij en veehandel J. en L. Meijer. Na de cycloon van 1925 werd het slachthuis op de Lichtenhorst verkocht aan de gemeente.
De bloeiende kille van Borculo
De kille – oftewel de Joodse Gemeente – maakte in de vooroorlogse jaren een grote bloei door en stond wijd en zijd bekend om haar intense vroomheid en het niveau van de door haar beoefende studie van de Thora en de rabbijnse literatuur.

Maar de kille kende eveneens een rijk verenigingsleven. De vereniging Talmoed Thora verdiepte zich in de religieuze literatuur. De vereniging Gnattereth Bagoeriem Gemiloeth Gasadiem speelde haar rol bij de vele Joodse gebruiken rond dood en begrafenis. De vrouwenvereniging Hadras Najim zette haar talenten in voor onder meer het onderhoud van de rijkversierde Thoramantels. Er was de Joodsche Litteraire Club die hoogwaardige lezingen verzorgde en een toneelclub met de mooie naam Eenheid Zij Ons Doel oftewel EZOD.

Louis Meijer zat in zijn jonge jaren in het bestuur van de laatste vereniging zo lezen we in de aankondiging van het jaarlijkse Poerimbal.
Louis Meijer moet een mooie stem hebben gehad. Vanaf 1911 heeft de gemeente verzameld in de sjoel aan de Weverstraat ieder jaar opnieuw van de zang van de hulp-chazan genoten gedurende de Tien Ontzagwekkende Dagen die aan Grote Verzoendag voorafgaan. In 1936 bood Louis Meijer de gemeente een prachtig bewerkt kleed aan bestemd voor de biema in de synagoge, de grote lezenaar waarop iedere sabbat de wetsrollen worden ontrold en gelezen. Het was uit dankbaarheid dat hij als één van de voorzangers met zijn stem 25 jaar de gemeente had mogen dienen.
De vier kinderen van Louis en Ida
De vier kinderen van Louis en Ida Meijer groeiden op binnen de warme en levendige wereld van de kille van Borculo maar namen tegelijkertijd ook deel aan het verenigingsleven van de Berkelstad. Ze troffen hun vrienden in het plaatselijke zwembad en speelden in de Korfbalvereniging Olympia, terwijl Izaäk Meijer als keeper van de voetbalvereniging Reünie de ballen uit het doel hield.

Bethje was schooljuf aan de Openbare School en veel Borculose kleuters hebben onder haar leiding de eerste stapjes op weg naar school gezet. Het moeten mooie jaren zijn geweest voor het gezin van Louis en Ida Meijer die hun kinderen met ouderlijke trots zagen opgroeien tot de veelbelovende jongvolwassenen die ze waren bij het uitbreken van de oorlog en de daaropvolgende bezetting.
Nu staan hun namen te lezen op vier Stolpersteine voor hun ouderlijk huis. Vier gedenksteentjes die vertellen van de verschrikking die Louis en Ida Meijer getroffen heeft terwijl zij zelf de Holocaust zouden overleven. Later werden van hen in het huis van Louis Meijer geen foto’s van hen gevonden. Het verdriet was te groot.
Weinigen zullen weten waarom het prachtige boek dat de Historische Vereniging van Borculo heeft gewijd aan de Joodse Gemeente van Borculo HET GROTE GEMIS heet. Toen het achternichtje van Louis Meijer in Israël in het huwelijk trad, schreef hij haar een brief waarin vertelde hoe hij trachtte om te gaan met wat hij in die brief noemde : Het grote gemis. Zijn woorden vormen nu de titel van het boek.
Een brandende sjoel
Keerpunt in de eerste oorlogsjaren is wellicht die julidag in 1941 geweest waarop de Duitsers met hun Nederlandse vrienden de sjoel in brand gestoken hebben. Louis Meijer was van tevoren gewaarschuwd en heeft met zijn oudste dochter Johanna de Thorarollen en een aantal kostbaarheden kunnen redden. Het was het einde van het gebouw dat zo lange tijd het geliefde tehuis was van de Joodse Gemeente van Borculo.
Johanna vond op 27 november 1942 in Auschwitz de dood. Betje was op 11 november 1942 nog in het huwelijk getreden met de Duitse vluchteling Horst Meijer. Ze was zwanger toen ze op 19 februari 1943 in Auschwitz werd vermoord. Haar man trof op 30 april 1943 hetzelfde lot. Michel moet ergens in Midden-Europa in de eerste maanden van 1944 zijn omgekomen. Izaäk vond op 30 oktober 1943 in Auschwitz de dood.
Louis dook onder bij een fietsenhandelaar in Hengevelde. Ida werkte verkleed als non in het katholieke ziekenhuis van Enschede. Na de oorlog werden ze weer verenigd. Langzaam moet tot hen zijn doorgedrongen dat geen van hun kinderen zou terugkeren uit de verschrikking van de Holocaust.
Een kostbare erfenis

Dit artikel heb ik als titel meegegeven : Een kostbare erfenis. Louis Meijer was een man klein van gestalte. De indruk die de vele foto’s geven die van hem zijn bewaard, is die van een bescheiden mens die van zichzelf uit niet op de voorgrond zal treden. Toch is hij het geweest die samen met anderen de kostbare erfenis van de vrijwel verdwenen Joodse Gemeente van Borculo in volle verantwoordelijkheid heeft aanvaard.

Daarvan getuigt een veelvoud van verhalen over hem die in de familie zijn bewaard en gekoesterd en ook diverse berichten in de krant zoals in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 8 september 1950 dat schreef dat zelfs de zwaarste slagen hem er niet van weerhielden trouw aan zijn roeping te blijven.
In 1946 was Louis Meijer de eervolle Joodse titel van Choweir verleend die toegekend wordt aan wie zich uitzonderlijk verdienstelijk gemaakt heeft voor de Joodse Gemeente. Zo iemand was Louis Meijer.
Na de oorlog

Het was op zondag 8 juli 1945. Het was de eerste vergadering na de bevrijding van de Joodse Gemeente. Het was slechts een klein gezelschap dat bijeengekomen was. Er moest gestemd worden over de vorming van een nieuw bestuur. Louis Meijer werd benoemd tot penningmeester. Vanaf deze zondag zou zijn naam vaak in de notulen terechtkomen zij het dat hij later jarenlang de functie van voorzitter bekleedde.
Het gemeenteleven moest zich weer oprichten de lege Joodse huizen ten spijt. Veel van het rijke leven van de kille van Borculo zou niet meer terugkomen en de verlaten sjoel aan de Weverstraat is nooit meer tot leven gekomen.
Voortaan werd de Joodse school aan de Korte Wal gebruikt voor de samenkomst van de gemeente. Hier konden de overlevenden van de Shoah elkaar ontmoeten en de ernst en de vreugde van de hoge feesten van het jodendom met elkaar beleven. Het bescheiden gebouw maakten zij tot een nieuw tehuis van ontmoeting en gebed.
Een steeds vaker optredend probleem zou het zijn om te voldoen aan de verplichting om minjan te maken oftewel om het minimumaantal van tien Joodse mannen op te brengen dat vereist is voor een dienst. Onder meer om aan dit probleem tegemoet te komen heeft de gemeente van Borculo samenwerking gezocht met de teruggekeerde Joden van Lochem en met name die van Eibergen en Groenlo.
Vooral Louis Meijer en David Colthof hebben met hun stem de lofzang gaande gehouden en samen gaven ze leiding aan de gemeente.
David Colthof heeft met zijn vrouw Leen de zorg op zich genomen van de drie kinderen – Mau, Barend en Naomi – van de godsdienstonderwijzer Hartog Noot, die in Mauthausen was omgekomen, en zijn vrouw Rachel, die in 1944 in Auschwitz werd vermoord. Mau en Barend zijn in het spoor van hun vader verdergegaan hetzij als chazan hetzij als godsdienstleraar.

Er is een mooie foto bewaard. Het is in 1963. David feliciteert Louis met de koninklijke onderscheiding die hij ontvangen heeft. Zij zien elkander aan. Twee Joodse mannen die beseffen dat het mooie verleden niet meer terugkomt maar ook van oordeel zijn dat hart en ziel van de kille van Borculo levend moeten blijven en dat zij beiden daarvoor willen gaan hun hoge leeftijd ten spijt.

Louis Meijer heeft na de oorlog werk gekregen bij de koosjere slagerij Samson in Enschede en zou dat werk nog lange tijd blijven doen. Hij was ook sjocheet. Dat wil zeggen dat hij toezicht moest houden op het koosjere slachten. De Borculose poelier Salomons prees zijn panklare kippen aan met de verzekering dat zijn plaatsgenoot L. Meijer voor het rabbinaal toezicht zorg had gedragen. Velen kenden Louis Meijer in de Gelderse Achterhoek.
Hij sprak in Winterswijk bij de herinwijding van de sjoel namens de Joodse Gemeente van Borculo en in Zutphen sprak hij het echtpaar Groen toe op hun vijfentwintigste huwelijksdag. In Arnhem sprak hij ter gelegenheid van het honderd twintigjarig bestaan van de synagoge. Hij hield lezingen in Geesteren, Neede en Eibergen over allerlei aspecten van het jodendom.

Traditie – de overdracht van de rijkdom van het jodendom – is één van de wezenskenmerken van het Joodse leven. Daarom lag het onderwijs aan de kinderen in de tijd na de grote vervolging de kille na aan het hart. In de notulen van de gemeente is het een telkens terugkerend agendapunt. Prachtig is de foto die genomen is achter het gastvrije huis van Louis Meijer toen de kinderen bijeen waren ter gelegenheid van het Loofhuttenfeest. Het lachende jongetje in het midden houdt een Loelav omhoog waarmee tijdens het feest in de vier windrichtingen wordt gezwaaid.

Achtenzeventig jaar was Louis Meijer toen hij in februari 1961 op reis ging naar Israël met Sallie en Bep Zion – Meijer. Na de Onafhankelijkheidsoorlog die was uitgebroken na de aanvaarding door Israël van het verdelingsplan van de Verenigde Naties in 1947 en Israëls Onafhankelijkheidsverklaring van 14 mei 1948 en die geduurd had van 30 november 1947 tot 20 juli 1949, was het lange tijd min of meer vrede geweest. Een land van idealen en van opbouw op velerlei gebied. Zijn hoge leeftijd ten spijt moet het voor Levie Meijer een lang gekoesterde wens zijn geweest het te bezoeken.

Tien jaar later gaf hij zijn mening toen hem werd gevraagd hoe hij over roken dacht. Ik geloof dat ik er een bewijs van ben dat roken niet gevaarlijk is. Ik rook namelijk al vanaf mijn jeugd en ik word toch binnenkort 88 jaar. Het komt echter wel op de manier van roken aan. Als je over de longen rookt, krijg je veel meer de verkeerde stoffen binnen dan wanneer je dat doet zoals ik; ik rook namelijk alleen sigaren. Louis wist waarvan hij sprak. Op zijn verjaardag brachten zijn neven en nichten met hun kinderen graag sigaren voor hem mee. Stapels lege houten sigarenkistjes resteerden als stille getuigen.

Louis Meijer is oud geworden. In het laatste deel van zijn leven heeft de familie Van Eijkel Brouwer hem in alles toegewijd terzijde gestaan. Zij maakten het hem mogelijk trouw de dagelijkse voorschriften van een koosjer leven te vervullen. Op zijn beurt verrijkte hij hun leven met zijn vrome levenswijze.
In de lente van 1976 is Louis Meijer overleden. Op die vierentwintigste maart was hij 93 jaar. Vier jaar na zijn dood in 1980 werd de Joodse Gemeente van Borculo opgeheven.
Louis Meijer werd begraven naast zijn vrouw Ida op de Joodse begraafplaats van Borculo. Op de steen staat : Hier rust een man, ingetogen en rechtschapen, overleden in goede naam en met grote eer begraven op de dag voor de Heilige Sjabbat. Het zijn eenvoudige woorden. Zij verwoorden wat ik geprobeerd heb te vertellen met dit artikel dat begint met de woorden die Louis en Ida Meijer schreven op het graf van hun vroeg overleden kind : Uw macht o Eeuwige is de bron van alle barmhartigheid. Dit gebed is blijven leven in het hart van Louis Meijer. Het hielp hem de verliezen te dragen die hem in zijn leven troffen en was zijn drijfveer om na de oorlog de lege Joodse huizen van Borculo ten spijt zijn geliefde Joodse Gemeente te dienen.
Henk G. Teeuwen Herfst 2025
Bronnen
Het Grote Gemis uitgave van HISVEBO
Familiearchief van Marcelle Zion waarin beeldmateriaal, brieven, toespraken en krantenartikelen
Nieuw Israëlitisch Weekblad
Centraal blad voor de Israëlieten in Nederland
Stenen Archief
Joods Monument
Notulenboek van de Joodse Gemeente van Borculo
